Gedreven door een vreemd soort scheppingsdrang hebben twee rijke
klaplopers zich voorgenomen een arme jongeman om te vormen tot een
publieke vijand. De toevallig uitgekozen Viktor Wickhoff wordt
ondergedompeld in een bad van rijkdom en wellust, tot hun gulheid plots
stopt en hij aan zijn lot wordt overgelaten. Radeloos en gefrustreerd
als hij is wil Viktor zich wreken, maar zijn gewapende actie loopt uit
op een sisser. Hij slaat op de vlucht en zijn vader wordt in zijn plaats
gearresteerd... Van iedereen verlaten vindt hij onderdak bij Hermann,
een werkloze arbeider die vol is van de antisemitische ideeën die opgang
maken in het Wenen van 1900. Hij wil Viktor laten inzien dat er maar
een grote schuldige is voor al zijn ellende: het joodse complot...